Login
Adviesgesprek
Login
Adviesgesprek

Ontdek alles over elektrisch laden met LaadDodos

Een stekker of een laadpaal?

Een stekker of een laadpaal?

Laden van een elektrische auto

Nu steeds meer mensen een elektrische auto aanschaffen wordt de vraag ook steeds vaker aan ons gesteld, hoe kan ik mijn elektrische auto het beste opladen? In deze blog leggen wij alles uit over de mogelijkheden voor het laden van een elektrische auto. Het laden van een elektrische auto zowel volledig elektrisch of plug-in hybride kan op verschillende manieren gebeuren. In totaal zijn er vier manieren van opladen, deze worden opgedeeld naar een combinatie van de snelheid en de veiligheid van het laden.

Vergelijk het zelf
Type Aanschaf Kosten laden Veiligheid
*Kosten voor een laadpaal zijn gebaseerd op de kosten exclusief installatie
Stopcontact Mode 2 € 5 - €15 Gebruikelijke stroomkosten Gemiddeld €0,22 per kWh thuis Veilig laden niet gewaarborgd
Laadpaal gebruikelijk Mode 3 € 500 - € 1500* Gebruikelijke stroomkosten Gemiddeld €0,22 per kWh thuis Veilig laden gewaarborgd Mogelijkheid tot dynamisch laden. Aanzetten via een schakelaar, laadpas of via een app
Laadpaal openbaar Mode 3 Aanvragen bij de gemeente wanneer deze niet in de buurt zit Tussen de €0,30 en de €0,59 per kWh afhankelijk van de aanbieder, plus de kosten van de laadpas Veiligheid gewaarborgd. Aanzetten via een laadpas
Laadpaal snelladen Mode 4 Niet mogelijk voor particulier Tussen de €0,38 per kWh en de €0,79.Gemiddeld €0,60 per kWh plus de kosten van de laadpas Veiligheid gewaarborgd. Aanzetten via een laadpas

Opladen via het stopcontact

Mode één* Betreft het laden met een 'gewoon' stopcontact. Hier wordt zonder enige beveiliging opgeladen op 230V en 10A. Door het gevaar van deze manier van opladen wordt dit niet gebruikt bij elektrische auto’s.

*Dit is een vorm van opladen die bij elektrische auto's niet kan worden toegepast. 

Mode twee opladen is bijna hetzelfde als mode één, het verschil hierbij is dat de laadkabel zelf over een stroombegrenzer beschikt. Dit is te zien aan het kastje dat aan de kabel is verwerkt. Door deze begrenzing is de kans op oververhitting of kortsluiting al flink afgenomen, maar nog steeds aanwezig. Voor de veiligheid is deze kabel meestal begrensd op 10A. Dit zorgt ervoor dat het laden op mode twee zeer lang duurt omdat het maximale laadvermogen 2,3kWh is (230V x 10A= 2.300W).

Elke elektrische auto krijgt standaard een laadkabel meegeleverd die in het stopcontact kan. Hiermee kan de auto dus op mode één en twee worden opgeladen. Dit is alleen een verre van veilige methode van opladen, maar waarom wordt deze kabel dan meegeleverd bij de auto? Deze laadkabel wordt ook wel de “noodlaadkabel” genoemd, en de naam zegt het al. Deze kabel is bedoeld om in geval van nood, als er geen laadpalen beschikbaar zijn, de auto voldoende op te laden om naar een laadpaal te rijden. Naast het feit dat het laadvermogen zeer laag is, is het geen veilige optie. Zeker niet bij een normaal stopcontact, deze zijn vaak niet afgestemd op het vermogen wat dat uw auto vraagt. Als uw auto met 16A of zelfs 32A opgeladen kan worden en zo is ingesteld dan vraagt de auto dit ook van het stopcontact. Wanneer dit gebeurt ontstaat er veel warmte door de grote hoeveelheid stroom, hierdoor kan het zijn dat het stopcontact begint te smelten of zelfs in de brand vliegt. Zelfs als de auto ingesteld staat op 8A of 10A kan dit problemen opleveren, omdat normale stopcontacten de zware belasting van de auto voor langere periode niet aankunnen. Het installeren van een speciaal CEE-gecertificeerd wandcontactdoos, dit zijn stopcontacten die de zware belasting van het laden beter aankunnen, kan de mogelijkheid op dit gevaar verminderen. Echter blijft het brandgevaar altijd aanwezig.

Opladen via een laadpunt

Bij het opladen via een laadpunt wordt gebruik gemaakt van mode drie of vier. Deze mogelijkheden zijn vele malen veiliger dan omdat hier extra veiligheden zijn ingebouwd.


Mode drie laden gebeurt ‘gecontroleerd’. Het laadpunt stuur hier wisselstroom naar de auto, de auto maakt gebruik van de onboard omvormer om hier gelijkstroom van te maken. Voordat het laden zal beginnen vindt er eerst communicatie plaats om de geschikte laadstroom te bepalen. Pas wanneer dit bij de auto en de laadpaal is gecontroleerd wordt er spanning op de aansluiting gezet. Dit gebeurt aan de hand van de ‘control pilot pin’ in de laadkabel van de auto. Deze control pilot pin bepaald aan de hand van het laadvermogen van de auto en het vermogen van het laadpunt de laadcapaciteit door. Deze capaciteit is altijd afhankelijk van het laagst mogelijke vermogen. Als de auto op maximaal 20A opgeladen kan worden zal deze nooit op een hoger vermogen worden opgeladen. Wanneer het laadpunt maximaal 16A kan laden maar de auto 20A aankan zal deze op maximaal 16A worden opgeladen. Om de auto zo snel mogelijk op te laden in mode drie moet het vermogen in het laadpunt minimaal even groot zijn als die van de auto. Naast het verschil in veiligheid kan het laden via mode drie ook sneller. Zoals eerder aangegeven is het maximale laadvermogen via het stopcontact 2,3kWh. Een Volkswagen ID4 met een accu van 77kWh moet bijna 40 uur aan de lader hangen voordat deze weer vol is. Met een laadpunt wordt dit kan dit verkort worden naar iets meer dan 8 uur, afhankelijk van de hoofdaansluiting waar het laadpunt aan verbonden is.

Het laden via een laadpunt kan nog veiliger gemaakt worden. Dit omdat een laadpunt ‘slim’ of ‘standaard’ kan zijn. Een standaard laadpunt laad de auto op vol vermogen op. Onafhankelijk van het gebruik in huis. Hier kan het dus zijn dat wanneer de auto opgeladen wordt terwijl er ook gekookt en gewassen wordt op hetzelfde moment dat de stoppen eruit springen. Een standaard laadpunt houdt dus geen rekening met wat de rest van het huis verbruikt en hoeveel het laadpunt dan zou kunnen gebruiken. Bij ‘slim’ laden, ofwel dynamisch laden wordt er een extra module tussen het laadpunt en de meterkast gemonteerd. Deze module kijkt naar het verbruik binnen het huis en past hier het laadvermogen op aan. Wanneer er tegelijk wordt gekookt, gewassen en gedroogd wordt het laadvermogen naar beneden aangepast zodat het netwerk niet wordt overbelast. Zodra het mogelijk is wordt het laadvermogen dan gelijk weer verhoogd. Het dynamisch laden kan worden gezien als een begrenzer voor het laadpunt. Deze zorgt ervoor dat het netwerk niet overbelast kan raken. Zo kan de auto opgeladen worden zonder rekening te houden met het overige gebruik in huis.


Mode vier is net als mode drie een veel veiligere optie. Het verschil tussen deze manieren van opladen is dat mode vier ‘snelladen’ is. Bij mode drie stuurt het laadpunt wisselstroom naar de auto en deze zet het via de onboard omvormer om naar gelijkstroom. Hier zit echter een maximum vermogen aan vast, meestal zit dit op 11kWh ingesteld maar sommige nieuwe modellen hebben de mogelijkheid dit tot 22kWh te verwerken. Bij mode vier laden zet het laadpunt de wisselstroom zelf al om in gelijkstroom voordat dit naar de auto gaat. Hiermee kan de auto veel sneller worden opgeladen omdat de onboard omvormer niet gebruikt wordt. Hier is het afhankelijk van het laadpunt hoe snel de auto opgeladen kan worden. De meeste auto’s laden tussen de 50kWh en de 150kWh via een snellader. Sommige modellen hebben de mogelijkheid dit te verhogen tot wel 350kWh.



Bekijk gegevens
- +
Uitverkocht